25.09.21 - 16.01.22
Chloé Clément. Betula
In het kader van hun partnership hebben Le Soir en het Musée de la Photographie het initiatief genomen tot de Galerie du Soir. Samen met de nieuwe tentoonstellingen van het Museum toont de Galerie du Soir een nog te ontdekken jonge kunstenaar.
“Ik kom totaal niet uit een milieu dat vertrouwd is met kunst of fotografie, maar ik heb altijd gefotografeerd, vertelt Chloé Clement. Toen ik nog een meisje was fotografeerde ik met een klein wegwerptoestel. Daarna heb ik een kleine digitale camera gehad, en ook daarmee fotografeerde ik alles wat ik zag. Duizenden beelden. Daar hield ik van.” Het meisje denkt er echter helemaal niet aan van die passie een beroep te maken. Zij zet haar middelbare studies verder tot in het vijfde jaar waar ze, zegt ze discreet, “onvoldoende had om naar de retorica te gaan”. Terwijl ze het vervolg van haar studies overdenkt, stelt een vriendin haar voor samen met haar naar een technische school in Ath te gaan, waar fotografie op het programma staat. “Waarom niet, zei ik bij mezelf. En ik ben er naartoe gegaan. Ik leerde snel en na twee jaar ben ik er vertrokken met een diploma technische fotografie. Destijds was ik voornamelijk aangetrokken door modefotografie, door de perfecte mooie foto. Het is dat wat wij daar leerden. Die studies waren volledig gericht op het technische aspect en totaal niet op de creativiteit. Maar op het einde van mijn studies heeft mijn stagemeester mij aangemoedigd om te gaan kijken op de opendeurdagen van La Cambre. Die vonden enkele dagen later plaats en ik heb er het werk van een van de studentes ontdekt, Joséphine Desmenez (NVDR : in 2017 tentoongesteld in de Galerie du Soir). Ik hield van dat werk. Ik heb ingangsexamen gedaan en werd aangenomen.”
Voorzien van een solide technische basis heeft zij die dan ten dienste gesteld van een hoe langer hoe meer creatief proces. Zij fotografeert de realiteit en transformeert deze lichtjes, meer bepaald in de kleuren. “Ik houd ervan een andere visie van de dingen te hebben dan wat de mensen gewoonlijk zien”, vertrouwt ze ons toe.
Op La Cambre leert zij “iets anders maken dan mooie foto’s”, een project opstarten,
over haar werk praten. “In mijn eerste project heb ik opzoekingen gedaan over een hele reeks verlaten plekken in mijn streek. Over elk ervan heb ik mij gedocumenteerd om hun verleden te achterhalen en daarna heb ik een reeks beelden gemaakt door voor elk van die plaatsen een jonge vrouw te plaatsen die dat verleden illustreerde.”
Dat plezier van het in beeld brengen heeft de jonge fotografe nooit verlaten, zo ook in de reeks “Betula” (de wetenschappelijke term voor de berk, die frequent voorkomt op de terrils). “Ik woon in de streek van Ath en zoals elke Belg uit de Borinage waren er altijd terrils in mijn gezichtsveld. Op een dag, toen ik er met de auto voorbij kwam, heb ik mij gerealiseerd dat men ze altijd van ver zag, en kreeg ik zin om te gaan kijken wat er daar gebeurde.”
Zij verkort de afstand, beklimt de terrils, ontdekt er een fauna, een flora, achtergelaten objecten... Heel een leven dat zij in beeld brengt, terwijl zij nogmaals met het licht speelt, met de kleuren. “Ik houd er erg van de dingen een beetje te wijzigen terwijl ik dicht bij de werkelijkheid blijf. Ik houd niet van beelden met een blauwe lucht, groen gras, enz... Nu kan men denken dat het elders is. Heel weinig mensen realiseren zich dat het beelden betreft die gemaakt zijn op de terrils uit de regio.”
Een andere visie op de realiteit die haar toelaat plaatsen te tonen die duizend keer gezien en gefotografeerd zijn, alsof wij ze voor de eerste keer ontdekken.