24.09.22 - 22.01.23
Joris Degas. En attendant Saïgon
In de fotografie heb je de mensen die er op heel jonge leeftijd in belanden en dan de anderen. Joris Degas behoort tot de tweede categorie, maar er zijn enkele aanwijzingen die ons doen vermoeden dat het gewoon een kwestie van tijd was. ‘De fotografie heeft mij pas vrij laat gevonden’, legt hij uit. ‘Nochtans was ze sterk aanwezig in mijn familie. Mijn moeder en mijn zus waren lid van een amateurfotoclub. Als tiener ging ik vaak met hen mee, maar dan vooral als model. Mijn grootvader langs vaderskant was trouwens semiprofessioneel fotograaf in zijn jonge jaren.’ Het is een verleden dat hij niet heeft gekend en waarvan hij zelfs nooit sporen heeft gezien. ‘Ik heb nooit de kans gehad om de foto’s die hij maakte te zien, maar ik zou ze graag terugvinden. Het is wel met zijn Rolleiflex dat ik de foto’s van En attendant Saïgon heb gemaakt.’
Want uiteindelijk heeft de fotografie hem toch ingehaald, na een periode van zoeken. ‘Ik had in Frankrijk audiovisuele reclame gestudeerd. Daarna wist ik niet goed welke richting ik uit wilde. Ik schreef me in voor een Europees uitwisselingsprogramma dat eerder op professionele ervaring was gericht. En ik ben zo naar Slovenië vertrokken. Het land trok me minder aan dan het programma. Ik nam deel aan een multimediaproject waarin ook fotografie zat. Ongeveer halfweg het programma zag ik dat fotografie was wat me echt interesseerde.’ Het was niet zozeer een specifiek element dat alles in gang zette, maar hij raakte vooral overtuigd door de praktijk. ‘Ik denk dat het uiteindelijk een vrij natuurlijke affiniteit was. In Slovenië fotografeerde ik vooral events, concerten enz. Niets wat te maken heeft met mijn actuele werk. Maar ik voelde me vrijer met mijn fototoestel dan in de onlinepers, waar ik stages had gedaan. Op dat moment ben ik op zoek gegaan naar een degelijke opleiding in dit domein.’ Tot dan ging hij immers vooral autodidactisch te werk. ‘Ter plaatse had ik een kleine Canon-reflexcamera gekregen. Niet super, maar ik begon pas en het volstond voor wat ik moest doen. Ik besefte niettemin dat ik een echte opleiding nodig had als ik hierin verder wilde gaan. Ik kom niet uit een artistiek milieu en ik moest nog enorm veel leren. Ik vond dat ik beter de tijd kon nemen om mensen te ontmoeten, de basistechnieken onder de knie te krijgen enz.’
In plaats van terug te keren naar Frankrijk kwam hij naar België. ‘Ik was in Slovenië en ik had niet echt veel zin om terug te gaan naar Frankrijk. België was goed. Tijdens mijn vakanties had ik vaak Belgen ontmoet en ik had gemerkt dat er echt een affiniteit was. En praktisch gezien wilde ik bij voorkeur studeren in een land waar Frans werd gesproken.’
Hij schreef zich voor verschillende toegangsexamens in en koos uiteindelijk voor Sint-Lucas in Luik. ‘Luik beviel me goed en de school leek me opener te zijn in vergelijking met andere, waar je al een artistieke achtergrond moest hebben en die had ik op dat moment niet.’
Terwijl hij de basistechnieken aanleerde, ging hij ook van start met een heel persoonlijk project rond identiteit. ‘En attendant Saïgon’ is een fotografisch werk dat gaat over het collectieve geheugen en over de overdracht en het verlies van het culturele erfgoed in migrantenfamilies,’ licht hij toe. In het begin wilde hij rond migrantengemeenschappen werken en op zoek gaan naar zijn verleden in Vietnam. Covid en de lockdown beslisten daar echter anders over. ‘Ik kon niet vertrekken, maar uiteindelijk was het misschien beter zo. Ik heb me gebaseerd op het verhaal van mijn grootmoeder die toen ze dertig was uit Vietnam vertrok, van mijn moeder die in Saigon is geboren en snel is ontworteld, en van mijzelf, een Europeaan met wortels in een ver land. Zo heeft dit werk een transgenerationele insteek waar de link met het land van oorsprong varieert tussen een bijna gesloten bladzijde, een gemiste ontmoeting en een gefantaseerd beeld,’ schrijft hij nog. Een boeiende zoektocht naar identiteit, maar ook naar de kracht van het beeld en naar de verhalen die daaruit kunnen voortkomen.